Een stad onder de stad Napels. Gelegen – de entree – aan het Piazza San Gaetano 68. Dit is een klein plein dat direct aan de Via dei Tribunali grenst. Maar goed, een stad onder een stad. Wat moet je je daar nu bij voorstellen? Het zit als volgt. In de vierde eeuw voor Christus werd Napels gesticht door de Grieken. Zij bouwden een stad zo groot als het huidige historische centrum. Twee eeuwen later kwamen de Romeinen. Zij gebruikten de volledige Griekse stad als fundament voor hun stad. De Romeinse stad op z’n beurt verdween tussen de vijftiende en zeventiende eeuw (tijdens de Renaissance) onder de grond wegens stortregens, modderstromen en ander natuurgeweld. Om een lang verhaal korte te maken: onder het volledige centrum van Napels liggen een Griekse én een Romeinse stad.
Eén kilometer van deze stad onder de stad is te bezoeken. Je gaat via een gang naar beneden, tot een diepte van maximaal 40 meter. Vervolgens loop je door gangen en andere, grotere ruimten. Tot de Tweede Wereldoorlog hadden veel Napolitanen een kaart van het gangenstelsel, dat toen 400 kilometer lang was. Ze gebruikten de gangen en ondergrondse ruimten namelijk als schuilkelders. Wat er tegenwoordig nog precies over is van de stad onder de stad weet niemand. Feit is dat de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog en de aardbeving van 1980 veel schade hebben aangericht. Maar nog steeds wordt er in Napels over de stad onder de stad gepraat. Ongetwijfeld worden de gangen onder de grond gebruikt door de Camorra, de Napolitaanse maffia. Maar hoe veel gangen zijn er precies? En waar – in welke huizen – komen deze gangen uit? Het draagt allemaal bij aan de mythevorming en legenden van en over Napels